Zou ik zelf in het democratisch onderwijs passen?

13:35 0 Comments

Deze week werd mij de vraag gesteld; zou je als leerling in het democratisch onderwijs passen? En ik kan maar niet tot een antwoord komen. Ik zie mijzelf als een typische HAVO-student; liever lui dan moe, doen wat gevraagd wordt en niets meer etc. Al sinds de basisschool word ik vooraan gezet omdat ik anders de rest van de klas teveel afleidde, als gevolg werd 'Luc, hou op' al vrij snel ' Luc, draai nou naar voren'. Liever lui dan moe en gemakkelijk afgeleid, zorgt deze combinatie ervoor dat ik niet goed binnen het democratisch zou passen (als leerling zijnde, niet als docent zijnde)? Het lijkt me dat mijn unschooling-proces dan langer zou duren, ik zou immers teveel met andere dingen bezig zijn.

Aan de andere kant zou ik zeggen dat het niet om het individu draait, maar dat de hele groep relevant is. Bij DOE zie ik bijvoorbeeld dat de leerlingen echt een groep zijn en dat iedere leerling als een schakel in de ketting zit. Natuurlijk wringt het tussen de schakels wel eens of loopt de ketting eens scheef, maar dan is er altijd wel een stabiele factor tussen de schakels. Word je bijvoorbeeld grappig gevonden (ook al leid je dan een gedeelte van de groep af) dan ben je net zo lang grappig tot de anderen er genoeg van hebben en stoppen met lachen, dan loopt de ketting weer recht. Bij DOE zie ik duidelijk de groepjesvorming en hoe deze groepjes met elkaar omgaan. Binnen deze groepjes zie je duidelijk hoe leerlingen elkaar aanvullen of dingen van elkaar overnemen, bij de gehele groep als 1 geheel is dit ook aanwezig, maar minder duidelijk. Uiteraard klinkt dit heel zwart/wit, want in de werkelijkheid speelt uiteindelijk toch iedereen toch met elkaar; jong/oud, jongen/meisje of docent*/leerling, het maakt allemaal niets uit.

Op basis daarvan durf ik wel te stellen dat, mits de groep en de leerling als individu op 1 lijn zitten (of elkaar aan die ene lijn helpen), iedere leerling een leerling in het democratisch onderwijs zou kunnen zijn èn zich er thuis bij zou kunnen voelen. Daarmee bedoel ik dan ook mijzelf.

Na die conclusie rijst er direct een volgende vraag op; hoe zou het democratisch onderwijs mij verandert hebben ten opzichte van hoe ik nu ben? Dit zijn eigenlijk de positieve punten van het democratisch onderwijs welke ik in mijn vorige blogs al aangehaald heb. Ik zou denk ik veel beter in een groep samen kunnen werken of beter dingen kunnen besluiten als groep zijnde. Ik zou in staat zijn om argumenten beter te kunnen onderbouwen en zou eerder actief na gaan denken over bestuursvormen. Ik zou meer tijd hebben om mijn talenten te kunnen vinden of me te specialiseren in iets, bijvoorbeeld in de keuze voor mijn vervolgstudie.

Zo laat ik het regulier onderwijs wel heel negatief klinken, terwijl ik het als verre van negatief beleefd heb. Soms denk ik dat het moeten van dingen voor mij eigenlijk wel prettig werkte, dan deed ik het tenminste. Zo zorgde ik dat mijn huiswerk zeker in orde zou zijn wanneer ik zou weten dat de docent zou gaan controleren, die andere keren keek ik niet op een vraag meer of minder. Was het minimum vier a4tjes?  Dan kreeg je van mij meestal ook precies vier a4tjes en weinig meer. Ik deed het dus wel, maar daar was dan ook het meeste mee gezegd. Dat ik meestal nog redelijke cijfers haalde zorgde ervoor dat de docenten mij over het algemeen wel als een goede leerling zouden beschouwen. Met de nodige motivatie en moeite zou ik denk ik wel een hoger niveau aankunnen, maar ik vond het wel prettig zo.

Voor de duidelijkheid; deze instelling heb ik (grotendeels) op de HAVO achtergelaten toen ik aan het HBO begon. 

Ik zit dus nog in een tweedeling en kan op dit moment nog geen antwoord geven op de vraag of ik in het democratisch onderwijs thuis zou passen. Ik had in mijn laatste blog beloofd om terug te komen op het bezoek aan een Italiaanse middelbare school, welke me verrassend genoeg heel veel aan het Nederlandse onderwijs deed denken. Het grootste verschil was dat ik op een Nederlandse school niet eerder een basisschool in het bijgebouw heb gezien en dat leerlingen tijdens hun middelbare school al op kamers gingen. Er waren namelijk kamers aanwezig in het schoolgebouw voor kinderen die vanuit het hele land kwamen. Hoewel de school zich voordeed als een gewone Italiaanse school, kan ik me niet voorstellen dat er voor iedere middelbare school leerlingen van ver zouden komen en daarom op het schoolterrein op kamers zouden gaan. Daarnaast duren de opleidingen naar mijn idee langer dan in Nederland. Waar ik op mijn twintigste mijn diploma van een HBO-opleiding gehaald kan hebben, zou dat voor een Italiaanse student minimaal tot zijn vierentwintigste duren. Wat ik wel grappig vond, was dat, ook al sprak ik de taal niet, bepaalde stereotype leerlingen direct naar voren kwamen. Hiermee doel ik dan op het verlegen en hardwerkende meisje dat vooraan in het klaslokaal zit, de nonchalante jongen die rustig op twee stoelpoten achterin de klas achterover hangt of de talloze lege blikken welke naar de docent gericht staan.

*: De term docent, ben ik achter gekomen, wordt liever niet gehanteerd binnen het democratisch onderwijs. Waar het dem. onderwijs haar nadruk legt op op gelijkwaardigheid, is de term ' docent' juist een aanduiding van een klassenverschil. 

0 reacties:

Populaire blogs